Beste familieleden, naar aanleiding van de reünie van de afstammelingen van Toon Rondags en Trui Nelissen, is het wel eens fijn eens terug te kijken in de geschiedenis, en ons af te vragen, gelijk het kind aan z'n moeder vroeg: "Moeder, vanwaar komen wij?". Wel Rondagsen, die moeder kan met een gerust hart antwoorden: "Van een goei stam, want we zijn hier al meer dan 350 jaar, en we zijn hier nog niet altijd weg te krijgen!". Inderdaad, sinds Lemmen Rondags omstreeks het jaar 1630 in Kesselt kwam vrijen, hebben de Rondagsen Kesselt niet meer losgelaten. Lemmen was dan wel een goede schaapshoeder, maar hij zal wel nooit gedacht hebben dat zijn schaapjes zo talrijk zouden worden...
Vanwaar Lemmen precies afkomstig is, weten we vandaag nog niet. Wat we wel weten is dat er voor hem nooit Rondagsen in onze streken gewoond of verbleven hebben. Navraag in verschillende archieven, heeft tot nog toe opgeleverd dat er eveneens over de Maas een belangrijke stam Rondags zich gevestigd heeft, en deze zou in vroegere eeuwen uit de Voerstreek stammen.
Mogelijk is onze Lemmen in de moeilijke en onrustige tijden tussen 1570 en 1640, toen de Spaanse en Hollandse legers mekaar het leven zuur maakten rond Maastricht, geëmigreerd. Vrij jong moet hij dan zijn neergestreken in Montenaken, waar hij verbleef op de oude winning "De Stockenhoef".
Lemmen duikt voor de eerste keer op in het archief 1 op 19 maart 1632. Op die datum koopt hij voor de schepenbank van de Vroenhof twee roeden land van ene Lenert Everaerts van Zussen. Dit land lag vlakbij Kesselt "int Keselder velt bijden Rijckelsen wegh 2 " ; dit is in de Mettekenszouw. Opvallend is dat zijn naam nog anders geschreven wordt als nu, er staat namelijk in de akte "Lemmen Randaxhe woenende tot Montenaecken ". Geen reden om u direct naar de Burgerlijke stand te gaan haasten, want dergelijke veranderingen in de schrijfwijze gebeurden vroeger zeer vaak.
Het is zeer vaak moeilijk om iets meer te vinden over een voorvader behalve zijn geboortedatum en sterfdatum. Lambert Rondags heeft zijn naam echter alle eer aangedaan en ervoor gezorgd dat een stukje van zijn levenswandel voor altijd zou vastgelegd worden, al was het met een overtreding! Want wat gebeurde er?
Omstreeks 1655 ligt de gemeente Veldwezelt overhoop met de gemeente Vroenhof over de grens van Kesselt met Wolder en Montenaken. Net als nu werden dan getuigen gezocht die precies kwamen verklaren waar de grens dan wel liep. Zo had Thijs Geurts al komen getuigen dat de grens begon achter de Dousberg, want daar stond een gemeentegalg waar hij had "eenen zien radbraken die zijn huisvrouw had omgebracht"; en Paulus Jans wist nog zeker dat de grens halverwege Kesselt en Wolder liep aan "Het kesselder boemken", ook al een galg, want hij verklaarde dat hij "den staak (paal) nog heeft gezien waer een tovenares aan gebrand was ". Op 2 maart 1655 komt ook Lemmen Randach "out omtrent 50 jaeren " getuigen "dat hij tot Montenaecken heeft gewoent den tijd van dertich jaeren en aldaer de schaepen heeft gehoed; voorts zegt hij van zijn meester gehoort te hebben, den welke tot hem zeide ghij en moogt niet hoeden voorbij de Rijkelsenweg, of ge zult gepakt worden " 3 en "dat hij tot meerdere malen toch daarover gekomen is en gepakt geweest met zijn schaepen, en dat hij de boete daervan betaelt heeft aan de schout van Veltwezelt en Kesselt... " Lemmen zal wel nooit gedacht hebben dat een van zijn afstammelingen nog agent ging worden, hé Tony?
Dankzij een oud vodje paper, verloren in een der gemeenteregisters, blijkt dat "Lambrycht Randach " op 22 juli van het jaar 1636 op de feestdag van Magdalena, 17 roeden land koopt met een huis erop te Kesselt. Verkoper is zijn schoonbroer Jan Gulikers van Kesselt, om precies te zijn de broer van zijn overleden eerste vrouw Maria Gulikers. Dit "huis met tuintje" lag te Kesselt op de hoek van de Smisstraat met de Vlijtingerweg. Het lijdt geen twijfel dat Lemmen tijdens het schaaphoeden in de Mettekenszouw vaak een oogje heeft geworpen op dit boerderijtje. Het zal ons niet verwonderen dat hij af en toe zijn schaapjes eens graag wat te ver liet grazen om zijn Maria eens te zien!
Het waren nochentans geen rustige tijden. De pestepidemie tussen 1633 en 1636 eiste ook in Kesselt en Veldwezelt een zware tol. De familie Gulikers te Kesselt werd zwaar getroffen; de ouders van Maria Gulikers overleden aan de pest op 14 dagen tijd. Na het overlijden van Jehenne, Lemmen's schoonmoeder op 2 januari 1636 kwam het huis vermoedelijk leeg te staan. (Reden waarom Lemmen het in dat jaar opkocht.) Lemmen's eerste vrouw Maria Gulikers was toen al enkele jaren dood; het is niet bekend of er kinderen uit dit huwelijk waren. Zij moet in elk geval reeds kort na het huwelijk overleden zijn. Op 26 december 1634 hertrouwde Lemmen dan te Wolder met Maria Jans uit Kesselt. Uit dit gezin werden 6 kinderen geboren. namelijk Maria, Lambert, Agnes, Jehenne, Elisabeth en Joannes. Vanaf dan vernemen we van stamvader Lemmen niets meer in het archief; hij zal het wel druk genoeg gehad hebben met zijn land te bewerken en zijn kroost van eten te voorzien. "19 Maij obiit Lambertus Rondach cuius anima requiescat in pace " Wat betekent: op 19 mei 1662 overleed Lambertus Rondach, wiens ziel in vrede rust.
Reeds eerder had ik Julien verteld dat de oudst bekende Rondagh ook afkomstig moest zijn van de streek rond Trembleur (dorp gelegen achter Visé), nu geheel onbeduidend, doch vroeger één van de middelpunten van de kleine dorpen die daar gelegen zijn. Trembleur heeft o.a. een zeer interessante schepenbak-archief. De familie Rondagh was in die streek, vanaf de jaren 1400, mede toonaangevend.
Onlangs vond ik het bewijs. In één der civiele processen voor het Vroenhofs Hooggerecht 4 is een proces aangespannen door Jan Geelen van Wolder/Montenaken. Op 29 april 1628 verschijnt als getuige "Lemmen Rondagh, geboertygh van St. Remy (bij Richelle) oud zijnde 25 jaeren, scheeper, en over de 6 stedige jaeren wonende bij Jan Geelen te Wilre.
Dus de stamvader van de Kesseltse Rondaghs werd geboren te St. Remy, ± 1603. De familienaam wordt te St. Remy-Trembleur-Housse-Richelle en andere dorpen aldaar in die streek hoofdzakelijk geschreven als Randaxhe.
1. De bronnen van de vermelde gegevens zijn bij de auteur ter verkrijgen.
2. De Rijckselsenweg, de oude weg naar Montenaken, vormde een deel van de grens; men mocht de beesten niet hoeden over de gemeentegrens
3. Genealogie Castermans, Edm. M.A.H. Delhougne, A.J.M. Sollet, 1983, Uitgave van de Stichting voor Genealogie en Streekgeschiedenis, Roermond
4. Momenteel wordt dit archief door Jef Moers geïnventariseerd; het betreffende stuk is nog zonder nummer.